Lieve Aliassers,
Het is kerstvakantie! Geen deadlines meer, geen toetsen meer, tijd om eens lekker neer te ploffen op de bank en helemaal niks te doen. Of lezen natuurlijk! Deze week bij Alalos Online, een verhaal dat in de Alalos nèt niet helemaal paste: De originele versie van Gwen’s Hij komt naar het dorp…
Maar wacht, voordat je gaat lezen! Om te vieren dat het kerstvakantie is, hebben we vandaag om 18:00 voor jullie een kleine verrassing op onze insta-pagina (@Alalosonline) die te maken heeft met dit verhaal. Heb je zin om te schrijven? Let dan goed op het einde van het verhaal (hint hint) en check dan zeker even onze instagram!
Maar goed, voor nu eerst eens even lekker lezen toch? We wensen je ondanks alles een hele fijne kerstvakantie, en natuurlijk, heel veel leesplezier!
“Heer Kerstman loopt weer, door het dorp.”
Terwijl haar kinderen speelden in de sneeuw, kon moeder elf niets anders dan lachen. Ze hield van dit soort dagen. Na lange tijd, was er een dag simpel.
“Kijk, mam, ik maak een sneeuwengel!”
Nee…
Geschrokken rende de moeder naar haar jongste toe. Haar ogen schoten naar de lucht en ze zei, “Let nou toch op…”
Een schaduw reikte langs haar kinderen. Vrolijke belletjes bevroren haar hart. Snel trok moeder elf haar kinderen aan de oren naar binnen. Eén van haar kinderen begon te snikken en ze snauwde, “Huil nou toch niet.”
Haar kinderen trok ze onder de tafel. Toen de oudste zijn moeder een vuile blik gaf, fluisterde ze, “Pruil nou toch niet.”
“Wie is daar dan?”
“Je weet toch wel wie?”
Haar oudste jongen schudde van nee. Laarzen kraakten in de sneeuw.
“Heer kerstman loopt weer, door het dorp.” De stem van moeder elf trilde. Ze sloeg haar armen om haar kinderen en gluurde over haar schouder naar het raam.
Daar stond hij. Zijn schaduw viel door het glas in de kamer. In zijn handen hield hij een lijst.
“Wie is dat, mama?”
Zachtjes zong ze voor haar jongste, “Eerst maakt hij een lijst…”
De reus klopte op de deur. De slagen dreunden door haar moederhart. Zijn blik gleed van haar huis naar zijn lijst.
“Dan checkt hij hem weer,”
Luid geklop onderbrak haar lied. Angstig pakte de jongste haar mantel. Moeder elf kriebelde hem door zijn haar, probeerde naar hem te lachen, zo’n lach die beloofde dat alles goed zou komen. Een lach die een leugen was.
Ze stond op. Elke stap naar de deur voelde zwaarder, alsof haar laarzen zich steeds meer vulden met lood. Langzaam legde moeder elf haar hand om de deurknop. Ze keek de reus recht in zijn ogen en zweeg.
“U heeft kinderen.”
Ze schudde haar hoofd. In gedachte zong ze, hij weet wie braaf is…
De reus keek langs haar heen, naar de tafel en duwde haar omver.
En wie eigenwijs.
Langzaam dreunden zijn laarzen naar de tafel. De reus haalde zijn juten zak van zijn rug en tilde haar kinderen aan hun haar erin. De zak smoorde hun gegil.
Heer kerstman liep weer verder, door het dorp.
In een lege kamer, de deur nog open, bleef moeder elf alleen achter. Ze wankelde naar de kast, pakte een tekenschrift van de oudste. “Beste kinderen,” zei ze, “pas op.” Haar stem was gebroken. “Hij kijkt naar je als je slaapt.” Voorzichtig gleden haar vingers over de leren kaft.
“Hij weet het als je waakt…” Ze opende het schrift. Eén van de tekeningen hield haar blik gevangen. “Hij weet het als je stout bent…” Een traan rolde van haar wang, viel op de getekende zweep van een reus. Met haar duim veegde ze het water weg. “Dus wees slim, lieve kinderen, en wees toch braaf.” Snikkend legde ze het schrift opzij.
Ze zong, “Let nou toch op.” De moeder rechtte haar rug en snoof. “Huil nou toch niet.” Ze balde haar vuisten. “Vecht nou toch niet…”
Haar ogen rustte op een foto van familie elf. Dit was niet de eerste keer dat de reus haar dierbaren had afgepakt. “Ik weet nog wel wie…”
Nooit meer.
Ze stapte naar de open haard. Grommend sloten haar handen om de houtbijl van vader elf. “De kerstman vliegt voor de laatste keer, naar dit dorp.”
Gwen Hattem