Door Myrthe Groenendaal

De hoofdrichtingsadviseur van Taalkunde, voorzitter van de Opleidingscommissie van TCS en docent van taalwetenschappelijke cursussen Joost Zwarts staat op het moment van interviewen tweede in de top vijf overgebleven docenten. Hij begrijpt zelf niet goed waarom. Hij noemt zichzelf wat saai, omdat hij geen spannende sporten beoefend, maar hij heeft een groot hart voor onderwijs en een enorme ambitie – al zal je hem dit zelf waarschijnlijk niet zo snel horen zeggen. Ik ken Joost Zwarts als mijn hoofdrichtingsadviseur en heb wat cursussen van hem gevolgd. Hij is net zoals tijdens de colleges: kalm en beheerst. De studenten die Zwarts kennen, begrijpen wat ik bedoel. Hij praat heel rustig en kan soms even stilvallen om diep na te denken over een duidelijk afgewogen formulering. Daarnaast praat hij graag in metaforen.

Na zijn studie taalwetenschap aan onze eigen universiteit is Zwarts in het docentschap gerold. “Je geeft een beetje onderwijs hier en een beetje onderwijs daar en dan is er een moment waarop je een permanente aanstelling krijgt”, vertelt Zwarts. Zonder expliciete lerarenopleiding is Zwarts gaan lesgeven. Hij geeft aan dat het een kwestie is van al doende leert men. Inmiddels heeft hij zijn basiskwalificatie en nu is hij bezig om zijn seniorkwalificatie te krijgen waarin je op een hoger niveau nadenkt over onderwijs. Op onze onderzoeksuniversiteit ben je naast docent tevens onderzoeker, iets wat Zwarts ook met plezier doet. “In een periode van alleen maar onderwijs denk ik ‘help, ik wil weer eventjes lezen, nadenken en onderzoek doen’”, vertelt Zwarts. Maar in zo’n periode mist hij altijd weer het onderwijs: “Het mooie is dat we het allebei kunnen doen. Ik zou het ook niet anders willen.”

Sinds een aantal jaren is Zwarts steeds meer betrokken geraakt bij TCS. Toen hij gevraagd werd om tutor te worden voor een groep TCS-studenten, was dat heel nieuw voor hem. “Ik moest een hoop opzoeken en bedenken hoe het zat. Dat was heel leerzaam. Ik wilde goed advies geven, maar moest eerst zelf begrijpen hoe alles werkte binnen de opleiding”, aldus Zwarts. Inmiddels kent hij de opleiding door en door: als hoofdrichtingsadviseur is hij nauw betrokken geweest bij de veranderingen in het onderwijs waarin gewerkt ging worden met een systeem van kernpakketten. “Het was een heel gepuzzel,” vertelt Zwarts daarover. “Uiteindelijk hebben we er mooie programma’s van kunnen maken.” Binnen de Opleidingscommissie vindt Zwarts het vooral leuk om de cursusevaluaties te bekijken. “Je krijgt ineens inzage bij andere cursussen zonder dat je er zelf bij betrokken was. We denken na over een advies voor de desbetreffende opleiding of docenten. Het is mooi werk.”

Het is maar een druk bestaan als docent, hoofdrichtingsadviseur en docent-lid in de OC. Naast zijn tutoraat dit jaar binnen Taalwetenschap blijft er dan ook nog maar weinig vrije tijd over. Bovendien heeft Zwarts in deze periode zijn vrije tijd opgegeven voor nog meer onderwijs: hij volgt namelijk een master theologie en schrijft in de avonduren zijn scriptie. Hij begint zijn dag met kleinere taakjes zoals het beantwoorden van zijn e-mails. Volgens een zelfhulpboekje dat hij heeft gelezen doet hij het helemaal verkeerd. “Je vult je dag in zoals je een fles met stenen vult. Je begint met de grote stenen, de zware activiteiten dus, en gaat daarna verder met de kleinere steentjes.” Als hij klaar is met zijn master, zou hij het wandelen wel weer willen oppakken. Daarnaast fietst hij graag: een rondje IJsselmeer met de fiets staat op de planning. Ook zou hij wel weer eens willen gitaarspelen: “Ik ben maar een amateur hoor”, verzekert hij me.

Volgens Zwarts is een cursus echt geslaagd als je uitgedaagd wordt. “Aan het begin denk je, waar zijn we aan begonnen, maar doordat je de studenten in het diepe gooit, gaan ze spartelen. Door elkaar te helpen, zijn ze gaan zwemmen en halen ze uiteindelijk de overkant.” Om in de metafoor van het zwemmen te blijven, voegt Zwarts toe: “Je leert het meest als je niet aan zo’n haak – als dat nog bestaat – wordt meegenomen, maar zelf duikt in een moeilijk artikel.” Soms vindt Zwarts dat hij wat onsympathieker zou mogen zijn, omdat hij het idee heeft dat zo’n docent je prikkelt om meer uit jezelf te halen. “Het lijkt paradoxaal, maar een docent die je tegen lijkt te werken, zorgt er uiteindelijk voor dat je meer leert.” Hij vindt dan ook dat je moet stemmen op een docent die je heeft uitgedaagd en die niet per se het meest sympathiek is. Zelf snapt hij er maar weinig van dat hij in de top vijf van docenten is beland. Bij zijn vorige overwinning in 2012 is hij vergeten rond te vragen wat studenten heeft bewogen om op hem te stemmen dus help hem eraan te herinneren waarom jij op hem hebt gestemd op de uitreiking van 12 mei.

 

Categories:

Comments are closed

0
    0
    Winkelmandje
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop