Elk jaar als in de commissies de functies verdeeld worden, is het weer hetzelfde liedje: zodra de functie van penningmeester aan bod komt, blijft het akelig stil. Zo’n verrassing is het natuurlijk niet: we zijn per slot van rekening allemaal alfastudenten en de woorden ‘begroting’, ‘eindafrekening’ en ‘boekhouding’ spreken nou niet echt tot de verbeelding. De meeste commissieleden achten zichzelf niet geschikt om de financiën van een commissie beheren: “Ik kan niet eens met mijn eigen geld omgaan!”
Ik merkte ook op onze constitutiereceptie dat er een bepaald beeld bestaat van een penningmeester, een beeld waar ik zelf absoluut niet aan voldoe. Terwijl we gefeliciteerd werden met onze wissel heb ik meerdere malen de volgende opmerking gehoord: “Ben jij penningmeester? Wat gek, dat doen toch meestal mannen?” En ja, wat antwoord je daar dan op? Bij Alias ben ik namelijk al de vierde vrouwelijke penningmeester op rij en volgens mij doen we het prima.
Ik ben dus geen man, doe geen bètastudie en zoals bij de vele yahtzeepotjes van dit jaar pijnlijk duidelijk is geworden: ik kan totaal niet hoofdrekenen. Toch geniet ik van mijn functie als penningmeester, omdat het zoveel meer is dan met cijfertjes werken. Juist de uitdaging van de functie sprak me aan. Ik ben ondertussen dikke vrienden met de mensen bij de ING-klantenservice en ik denk dat ze me beginnen te herkennen op het kantoor achter de Bijenkorf. En hoewel ik niet heel gelukkig word van het eeuwige tellen van kluisjes voel ik me best wel tof als ik dan weer met geldbriefjes bij de ING aankom om een storting te doen.
Ik ben blij dat er elk jaar weer een aantal dappere studenten de functie van penningmeester op zich durft te nemen. Juist omdat je buiten je ‘comfortzone’ treedt, is deze functie eigenlijk de leukste van allemaal. Maar dat hoef je de penningmeesters van dit jaar niet meer te vertellen: die zijn daar al lang achter.
Comments are closed